Thursday, January 31, 2008

De verzadigd vet mythe & de echte gevaarlijke vetten

Nooit is bewezen dat verzadigde vetten de bloedvatten dicht laten slibben of hart- en vaatziekten veroorzaken:

http://www.msnbc.msn.com/id/22116724


De echte gevaarlijke vetten worden al 50 jaar geproduceerd door onze ziekmakende chemische voedingsindustrie en zitten nog altijd in gewone produkten zoals fabrieksbrood, koffiemelkpoeder etc en onze overheid slaapt nog altijd door. En Europa? Ook de EU kijkt toe en laat nog ieder jaar duizenden mensen sterven omdat ze dankzij lobbyisten de industrie belangrijker vindt dan de burger die toch wel doorgraast. Transvetverbod in New York, label verplichting in Canada maar wij doen helemaal niets behalve veel lullen over het beheersen van de kosten van onze gezondheid. De echte ziekmakers (sigaretten, alcohol, fructose-siroop, aspartaam en transvetzuren) hebben nog altijd vrij spel.

Nieuwe visie op ME

Door: C.J.M. Broekhuyse

Ik werkte twintig jaar in de reguliere geneeskunde en ik moet zeggen dat ik
er, met de middelen en onderzoekmethoden die regulier boschikbaar zijn, ook
absoluut niet uit zou zijn gekomen. Ook niet met de kennis die ik nu bezit
van de processen die bij de ziekte van belang zijn.

Ook al is veel in de alternatieve geneeskunde nog steeds mogelijk
wetenschappelijk te bewijzen, men zou toch niet zijn ogen mogen sluiten voor
de mogelijkheden die deze geneeswijze biedt. Mag iemand zich als arts
verschuilen achter de facade van wetenschappelijke bewijsvoering en intussen
het grootste deel van zijn ME-patienten het bos insturen, vaak na hen eest
naar een psychiater te hebben doorverwezen? Is het niet beter dat
onderzoeksinstituten, die wetenschappelijk willen bewijzen of ME al dan niet
een ziekte is, eens naar het alternatieve circuit kijken? Daar is al
tientallen jaren ervaring opgebouwd met ME en het chronisch vermoeidheids-
syndroom. ME is met behulp van de bioresonantietests uitstekend te
onderzoeken en vervolgens te behandelen.

Storingen in het zenuwstelsel
-----------------------------

Over subklinische vergiftigingen scheef ik al eerder in dit boek. Het zijn
deze langzaam ontstaande opeenhopingen van giftige stoffen, die het
zenuwstelsel beschadigen. Daarmee vormen zij de meest in het oog lopende
klacht van ME-patienten: storingen in het zenuwstelsel en daaraan gekoppelde
functiestoornissen van de spieren. De ernstigste beschadigingen aan het
zenuwstelsel ontstaat door overeolasting met metalen als kwik, lood,
aluminium en cadmium, titanium, palladium en de pesticiden DDT, permethrin
en lariam. De atomen en moleculen van deze stoffen - die niet in het bloed
zijn te vinden - nestelen zich bij voorkeur in het vettige weefsel van de
zenuwen en hersencellen. Daar veroorzaken ze geleidingsstoornissen en
beschadigingen. Zo ontstaat een beeld van poly-neuropathie, een aantasting
van veel zenuwen tegelijk.

Wanneer men deze ziekte niet te ver laat komen, is ze grotendeels te genezen.
Ik behandelde meer dan honderd ME-patienten bij wie ik een aluminium-
vergiftiging vond. Allen reageerden gunstig op een behandeling die niet
ingrijpend en zelfs eenvoudig is: dagelijks drie druppels Quantintox, in en
rondom de navel ingemasseerd. Door nog een mulfi-detox toe te passen, die
lever, nier en lymfe stimuleert, was het aluminium na vijf tot zes weken
uit het lichaam verdwenen. Daarna werkte ik verder aan het herstel door
Nerva-tabletten en Octacosanol kauwtabletten. Eenzelfde verloop is te zien
bij andere vergiftigingen met zware metalen.

Deze totaalingreep leidt, blijkens de ervaring, steeds tot verbetering. Bij
patienten die zich in het begin van de ziekte melden, is honderd procent
herstel mogelijk. Bij ernstige verlammingen is veel te bereiken, maar helaas
mag de patient in dit geval niet meer verwachten dan stabilisatie van het
ziekteproces. Dit geldt voor ernstige overbelasting met diverse stoffen.

Een verwarrende bijkomstigheid is, dat veel mensen giftige stoffen van
nature kunnen verwerken en uitscheiden. Ongeveer een op de vijf is hier
echter genetisch niet toe in staat: dat zijn de ongeluksvogels. Dit
verschijnsel is het duidelijkst bij de metalen kwik en aluminium en
de pesticiden DDT en lariam.

Verdere storingen
-----------------

Verdere verschijnselen bij subklinische vergiftigingon zijn aantasting van
andere vethoudende weefsels zoals beenmerg en hormoonvormende organen. Het
beenmerg wordt gestoord in de productie van rode cellen, hetgeen een soort
sikkelcelbeeld doet ontstaan. Minder vaak wordt het beenmerg gestoord in de
aanmaak van bloedplaatjes. Soms zijn er echter gevaarlijk lage aantallen
trombocyton te zien. In de hormonensfeer gaat het vooral om de storing in
de aanmaak van een basishormoon, waaruit bij de vrouw zwangerschap-
onderhoudende hormonen ontstaan en bij de man hormonen, die bij de kwaliteit
van de zaadproductie betrokken zijn. Een ander hormoon dat in de aanmaak
gestoord raakt, is glucagon. De veroorzaker is molybdenum in
gebitsregulerende materialen en smeermiddelen.

Kwik bij ME
-----------

Kwik is een van de meest gemene vergiftigingen. De grootste bron is amalgaam,
maar er zijn ook kwikhoudende landbouwgiften en vis. Vis bevat relatief veel
kwik. De meeste mensen kunnen, bij een niet al te grote aanvoer van kwik,
dit metaal zelf weer afvoeren. Twintig procent blijkt hiertoe echter niet in
staat te zijn en kan ernstig ziek worden. Dan treden ME-achtige verschijnselen
op als aantasting van zenuwstelsel, beenmerg en bloed, ernstige vermoeidheid,
tekort aan vitamine B12 en verstoring van de citroenzuurcyclus. Een en ander
kan worden bestreden door direct alle amalgaan te verwijderen en door
voorzorgsmaatregelen als kofferdam, medicinale klei en selenium/
chlorofyl-tabletten aan te bevelon. Dit alles alleen als de patient niet te
ernstig ziek of te verzwakt is. Is de patient wel ernstig ziek en verzwakt,
dan is een homeopathische behandeling D8-D12 in de navelregio aan te bevelen,
gevolgd door vitamine B12, citroenzuurcyclus, Nerva en Octacosanol. In dit
geval valt te overwegen de amalgaan te laten zitten on loskomende ionen met
chlorophyl af te voeren.

Kwik kan het beenmerg in ernstige mate aantasten. Anaemie, verstoring in de
vorming van rode bloedcellen en trombocyten kunnen het gevolg zijn. Het kan
dramatische vormen aannemen. Of amalgaan uitgebannen dient te worden is de
vraag, want slechts twintig procent van de mensen hoopt kwik in zich op.
Vooraf testen op kwikbestendigheid is mogelijk. Andere vullingen gebruiken
is een nog betere oplossing, maar ook daarin zitten weer stoffen als cement
en lijmachtige materie, die overbelastend kunnen zijn. We spreken dan van
composiet-overbelastingen.

Degeneratie van het beenmerg
----------------------------

Ik sprak al eerder over een patient met ernstige storing in de trombocyten-
productie. Bij deze patient paste ik de B12-enzymen en citroenzuurcyclus-
zuren toe, maar het herstel achtte ik onvoldoende. Het beenmerg van de
patient was zo aangetast, dat er van degeneratie sprake was. Een blijvende
beschadiging die op reguliere wijze niet te bebandelen bleek. Ik paste een
combinatie toe van vitamine C, B3, d'Alanine en d'Ribose (vitaminen,
aminozuren en nucleinezuren) in kleine infusen van 100 ml. Het
gedegenereerde weefsel herstelde zich. Het specifieke werkingsmechanisme is
niet eenvoudig te herleiden, omdat de samengestelde stof Cellbal Compound
van invloed is op elke degeneratieve aandoening: kanker, auto-immuunziekten
en degeneratieve aandoening van zenuwstelsel, beenmerg, tussenwervels, het
immuunstelsel en immuunvormende weefsels. De voorlopige conclusie is, dat
de werkzame stof de permeabiliteit van degenererende weefselcellen verbetert
zodat de cellen zich kunnen herstellen.

Cadmium bij ME
--------------

Het is bekend dat batterijen, maar ook gele verf, cadmium bevatten. Op mijn
spreekuur ontving ik een jongeman die aan hoofdpijn, concentratiestoornissen,
leesproblemen en extreme moeheid leed. Via de vegatest ontdekte ik een fikse
cadmiumvergiftiging: aantasting van het beenmerg en het zenuwstelsel. De
moeder van de patient begreep er niets van. Was hij dan niet in aanraking
gekomen met bijvoorbeeld geel speelgoed of gele kratten, waar eertijds
cadmium in werd verwerkt? Gele verf soms? En ja boor, als vakantiebaantje
bleek hij een week lang een brug geel te hebben geschilderd. Een dergelijke
aandoening is te behandelen met cadmium in D8-D12-verdunning, gemasseerd in
en rondom de navel. Na drie maanden bleek de jongeman hersteld te zijn.
Globaal kom ik in mijn kliniek jaarlijks rond de duizend subklinische
vergiftigingen door metalen en pesticiden tegen. Het herstelpercentage ligt
op ongeveer tachtig procent.

DDT bij ME
----------

Vroeger was de flitspuit tegen muggen, vliegen en andere insecten een veel
gebruikt instrument. Honderdduizenden mensen moeten DDT binnen hebben
gekregen. Toch zijn er gelukkig maar weinig met een overbelasting aan DDT.
DDT-overbelasting is in hoge mate ziekmakend, wellicht door het aanwezige
zware metaal in DDT. DDT tast het zenuwstelsel in hersenen, hersenstam,
ruggemerg en het perifere zenuwstelsel aan. Er ontstaat uitval van
gevoelszenuwen en functiestoornissen van de motoriek, het beenmerg raakt
aangetast, de rode bloedcellen zijn verstoord. Een nog heviger DDT-
vergiftiging tast ook weer de vitamine B12-inbouw aan, terwijl de
citroenzuurcyclus vertraagd raakt.

Een ernstige DDT-complicatie is de rol die het speelt bij het ontstaan van
borstkanker. Tussen beide is in Canada een duidelijk verband aangetoond.
Ook in mijn eigen praktijk bleek er samenhang te zijn tussen DDT-
overbelasting, zenuw- en beenmergaantasting en het ontstaan van borstkanker.
Bij dit onderzoek ben ik op twee, tot vandaag onbekende, oorzaken van
borstkanker bij jonge vrouwen gestoten: DDT-overbelasting en een micro-
organisme. Dit laatste, waarschijnlijk een bacterioide, reageert op
Flucloxycilline, een specifiek smalspectrum-antibioticum, een kuur van soms
wel 35 dagen van driemaal daags 500 mg. Sinds kort is behandeling mogelijk
met Daxyl, een DNH Multiplant-product met ultramoleculaire informatie.

De mycobacterioide die met Daxil is te behandelen, is hoogst waarschijnlijk
de in het onderzoek ontbrekende schakel bij het ontstaan van kanker. Deze
mycobacterioide is een initierende factor bij het ontstaan en het
voortwoekeren van kanker.

Landbouwgifstoffen bij ME
-------------------------

Niet alle landbouwgif ten zijn gevaarlijk, maar een fLink aantal is dit wel.
Ze zijn des te sterker, naarmate er zich meer zware metalen in bevinden en
dew metalen zwaarder zijn. Een gevaarlijke landbouwbouwgifstof - zelf heb ik
met zestien soorten ervaring - is grammoxone. Dit gif tast het zenuwstelsel
aan, het beenmerg, de vitamine B12-inbouw en de citroenzuurcyclus. Sommige
stoffen veroorzaken haaruitval. De haargroei kan terugkeren door verwijdering
van het gif met een D8-D12-verdunning, samen met de detox voor lever, lymfe
en nieren: DNH totaal Detox. De navel is de aangewezen plek voor toediening
van de D8-D12-verdunning.

Virusinfecties bij ME
---------------------

Virusinfecties veroorzaken vermoeidheid en brengen beschadigingen aan bij
weefselcellen als die van de hersenen, zenuwcellen en spiercellen. Hier is
dus sprake van echte boosdoeners. Meestal is het lichaam in staat het
evenwicht weer te herstellen, maar sommige virussen, zoals HIV, Ebola,
Herpes, Hepatitis A, Hepatitis B en Hepatitis C, Pfeiffer en Cytomegalie
zijn meestal niet zonder hulp uit het lichaam te verwijderen.

Over dysbiose, storing in de darmflora, ook mogelijk bij ME-patienten, sprak
ik al bij de behandeling van allergie (zie pag. 84). Het gaat hier om een
ernstige oorzaak van chronische vermoeidheid, die een heel scala aan
afwijkingen veroorzaakt.

Bacteriele infecties bij ME
---------------------------

Bacteriele infecties veroorzaken moeheid, koorts en pijn. Ook deze infecties
zijn vaak niet zonder hulp uit het lichaam te verwijderen. Antibiotica zijn
dikwijls onvermijdelijk, ofschoon zij op zichzelf weer dysbiose kunnen
veroorzaken. Sommige bacteriele infecties zijn niet behandelbaar, zeker niet
wanneer ze al langer aanwezig zijn, zoals de tekenbeetziekte (Lyme),
veroorzaakt door de Borrelia-bacterie. Homeopathische behandeling in zes
weken met Boralym blijkt zeer effectief te zijn. Hetzelfde geldt voor
toxoplasmose (een protozoen-infectie), eveneens gedurende zes weken te
behandelen met Gontoxa en op dezelfde manier is de ziekte van Pleiffer te
behandelen met Moniosa.

Nieuwkomers
-----------

Een geheel nieuw fenomeen is het ontstaan van nieuwe bacterien en
bacterioiden. Bestaande bacterien muteren zodanig, dat zij niet meer
behandelbaar zijn. Zo zijn er prionen, op zichzelf opererende aminozuur-
complexen. Er duiken steeds nieuwe verschijningsvormen op, of - wat
waarschijnlijker is - wij komen ze steeds meer op het spoor. Twee ons
bekende bacterioiden zijn chronisch ziekmakend en niet met conventionele
geneesmiddelen behandelbaar: de mycobacterioide mystica pitbully en de
staphylococcoidia mystica pitbully. Ze veroorzaken ontstekingen van
chronische aard in het gehele lichaam.

De mycobacterioide mystica pitbully geeft ontsteking van de luchtwegen,
bronchi, long, huid, gewrichten, spieren, slijmbeurzen, testis epididimus,
prostaat en kraakbeen, soms ook de alvleesklier. Dc staphylococcoide mystica
pitbully geeft ontstekingen in het bloed, lymfeknopen, hersenvocht,
luchtwegen, huid, slijmvliezen, gewrichten. spieren, slijmbeurzcn,
schildklier, alvleeskijer en testis. Tevens veroorzaken ze chronische
vermoeidheid. Beide zijn volstrekt nieuwe ziekteveroorzakers. Gelukkig zijn
ze eenvoudig te behandelen met Infecta. De twee bacterioiden komen
beangstigend vaak voor. Ze staan mede aan de basis van auto-immuunziekten
en arthrosis.

Schimmelinfecties en ME
-----------------------

Ofschoon schimmelinfecties op zichzelf van weinig betekenis lijken, zijn ze
bij ME-patiehten zeker een belastende, ziekmakende factor. De belangrijkste
schimmel is de Candida Albicans, die meestal als een complicatie van
dysbioso ontstaat. De fusarium oxysporum is mijns inziens mede de veroorzaker
van het zogenaamde sick building syndrome. De behandeling met Mycoplex is
zeer effectief. Toch blijft het zaak ook de oorzaak zelf aan te pakken,
waarbij dysbiose en verzuring van het lichaam de belangrijkste factoren zijn.
Schimmels veroorzaken moeheid en luchtweginfecties, waardoor uitwisselings-
stoornis in de longblaasjos ontstaat.

ME en tekorten
--------------

Een tekort aan mineralen als kalium, zink, magnesium, chroom en jodium, kan
tot ernstige vermoeidheid leiden. Het is met behulp van de Vegatest eenvoudig
op te sporen. Verdere veraarzakers van chronische moeheid zijn een tekort
aan schildklierhormoon, bijnierschorshormoon en glucagon. De functies kunnen
weer worden genormaliseerd door behandelen met glandulars, concentraten van
het betreffende argaan. Een tekort aan aminozuur kan de aanmaak van bloed
storen, waardoor anaemie ontstaat en ernstige moeheid kan optreden.
Verbetering is mogelijk met Haem-amino. Tekort aan aminozuren kan ook
storingen in de functie van de lever meebrengen. Dit kan worden tegengegaan
met Hepa-amino. Hetzelfde kan optreden bij tekort aan de vitaminon A, E en C.
Overigens meet ik maar zelden tekorten die werkelijk om een aanvulling
vragen. Desondanks kan de aanvulling een gunstig effect hebben.

Worminfecties en ME
-------------------

Worminfecties vormen in de reguliere geneeskunde een gebied dat tot nu toe
weinig aandacht kreeg, een probleem dat met een paar tabletjes is op te
lossen. Momenteel ligt de zaak anders. Er is een zeer agressieve worm
endemisch aanwezig. Ik ontdek hem, door tests, bij tenminste een op de tien
patienten. Uit zijn karaktereigenschappen destilleer ik, dat het om een
Trichuriasis gaat die mogelijk samen met de Echinococcus een nieuw wezentje
heeft gevormd. De worm migreert in korte tijd door de darmwand heen en bouwt
dan een eigen bestaan op in de vrije abdominale ruimte. De voorkeur van de
worm gaat uit naar een plekje op zwakke organen, op het middenrif en op de
galwegen. Het gevolg is chronische vermoeidheid, dito misselijkheid en vage
buikpijn. In een later stadium kan ook sprake zijn van ernstige functie-
stoornis van de organen, waarop de worm zich vastzet. Er ontstaan, bij
toenemende zwakte in de organen, wormnesten op deze organen. Deze worden
nogal eens aangezien voor kankermetastasen, hetgeen wel begrijpolijk is.
Het punt verdient ook om die reden alle aandacht. Deze worm vormt naar mijn
mening een ernstige bedreiging van de volksgozondheid. Hij valt niet met
wormtabletten uit de reguliere geneeskunde te behandelen. Gelukkig is hij
eenvoudig behandelbaar met het DNH Research-wormmiddel Vermica. Een middel
waarmee ook Trichinase en andere wormziekten zijn te behandelen. Hetzelfde
middel is trouwens inzetbaar bij parasieten, waaronder de Fluke van
dr. Clark. Ook deze parasieten krijgen te weinig aandacht, terwijl ze toch
soms karkerverwekkend kunnen zijn, spierpijn en leverfunctiestoornissen
veroorzaken, maar ook een chronische luchtwegbelasting waardoor
uitwisselingsstoornis van zuurstof ontstaat. Ook zij veroorzaken chronische
vermoeidheid.

Stralingsinvloeden bij ME
-------------------------

De invloed die hoogspanningskabels, transformatarhuisjes en straalzenders,
maar ook wekkerradio's en beeldschermen hebben is nog nooit wetenschappelijk
in kaart gebracht. Aardstralen zijn nog steeds in de ban. Radioactieve
belasting komt steeds meer voor, maar er is niets aan te doen. Het onderwerp
is trouwens zeer verontrustend: het beste wordt geacht er maar niet aan te
denken. Alhoewel. ..sinds Tsjernobyl zijn wij wel op de feiten geattendeerd.
Al jarenlang is er daar een gebied, vele malen groter dan Nederland, niet
meer bewoonbaar wegens de radioactieve noerslag. Het kan nog vijfhonderd
jaar duren voordat het gebied weer enigszins zonder gevaar te betreden is.
Straling is een vergeten gebied in de medische wereld. Mijn ervaring is dat
al deze soorten straling een flink ziekmakend effect hebben. Verwarrend is
wel, dat sommige mensen zeer gevoelig zijn voor straling en andere volstrekt
niet. Door hun eigen elektromagnetische spanning fungeren zij als een soort
antenne, die alle stralingen oppakt. Aan elektromagnetische stralen en
aardstralen is veel te doen, maar de moeilijkheid is het vinden van een
betrouwbare deskundige. Straling kan ziek- en moe-makend zijn. Het
verschijnsel moet bij ME zeker niet over het hoofd worden gezien.

Postvaccinaal syndroom bij ME
-----------------------------

Het lijdt geen twijfel dat vaccinaties hun goede kanten hebben. Ik ben de
laatste om vaccinaties af te raden. Een complicatie van vaccinaties is echter
het zogenaamde postvaccinale syndroom. Hierbij ontstaan chronische
vermocedheid en weerstandsvermindering. Vaccinatie prikkelt het
immuunsysteem, waardoor dit specifieke weerstand ontwikkelt. Dit gebeurt met
verdunde, verzwakte, soms dode extracten van de ziekteverwekker. Is het
immuunsysteem al verzwakt of worden er teveel vaccinaties in korte tijd
toegediend, dan kan het voorkomen dat het immuunsysteem dit niet aankan.
Dit gebeurt soms mede, doordat stoffen in het vaccinatiemateriaal, zoals
kippeneiwit, formaldehyde, thiomersal en neomycine, relatief vreemde stoffen
voor ons afweermechanisme, het immuunsysteem overbelasten. Hierdoor kan het
immuunsysteem de vaccinatie niet verwerken: er ontstaat dan een chronische
ziektetoestand, die veel energie en weerstand vraagt. Deze toestand is
homeopathisch te doorbreken door het toedienen van homeopathische
verdunningen van de betreffonde vaccinatie(s) in de verdunningen 30K, 200K,
MK en XMK, min of meer te vergelijken met C30, C200, C1OO0 en C10000. Lees
voor gegevens hierever het boekje van dr. T. Smits, "Postvaccinaal
Syndroom".

Conclusie
---------

Deze nog steeds summiere opsomming van wat er allemaal fout kan zijn bij ME,
bewijst dat deze ziekte in feite een vuilnisvat is waar van alles in kan
zitten. Met een degelijk totaalonderzoek via de vegetatieve reflextest zijn
al deze veroorzakers op te sporen en vervolgens te behandelen. Het is niet
altijd eenvoudig bij deze complexe aandoening ales op te lossen, maar met
moed, beleid en trouw is veel te bereiken. Vooral de trouw is hierbij van
belang. Het probleem kan dermate breed zijn, dat men voor de behandeling
zes tot twaalf maanden moet uittrekken. In de meeste gevallen is de toestand
van de patient terug te brengen tot tachtig procent van de normaal, gezonde
situatie. De nieuwste ontwikkelingen met de ontgiftiging via Dioxine D8-D12
zijn hoopgevend. Zij bewerken een nog beter eindresultaat doordat ook de
ziekmakende dioxine uit het lichaam wordt verwijderd.

Ik wil de heer C.J.M. Broekhuyse bedanken voor toestemming om dit artikel te publiceren.

ME - Lezing Perth, Australië 2007

Lezing van Prof. Dr. Kenny de Meirleir over ME/CFS d.d. 3 november 2007

De tekst is een vertaling van het Engelstalige verslag dat dhr. Blake Graham (B.Sc – Klinisch Voedingsspecialist) werd opgemaakt n.a.v. een lezing van Dr. De Meirleir – en dit o.b.v. persoonlijke notities en gesprekken.

Dr. K. De Meirleir gaf deze lezing in Perth, West-Australië, op 3 november 2007. Dr. De Meirleir zijn interesse voor CVS werd gewekt in 1989 en hij zag tot op heden meer dan 12.000 patiënten. Samen
met zijn researchteam publiceerde hij heel wat "peer reviewed" artikelen en initieerden zij vele "in vitro" experimenten om bepaalde hypothesen op cellulair vlak te toetsen.

***

Gastrointestinale problemen

Meer dan 80% van alle patiënten heeft één of ander gastroïntestinaal probleem. Deze problemen doen zich voor in een deel van of in het hele maag/darmstelsel. Bij sommige patiënten is de zuurtegraad van
het speeksel (pH) lager dan '7', het is dus "zuur". Dat leidt niet alleen tot problemen met de tanden, maar ook tot een verstoorde mondflora. - met alle gevolgen van dien. Vele patiënten vertonen tevens een
vertraagde maaglediging. Biopten van het maagslijmvlies tonen aan dat de patiënten lijden aan atrofische gastritis (chronische ontsteking van het maagslijmvlies). Bij een biopsie van de dikke darm ziet men bij
vele patiënten infitratie van lymfocyten . Prof. Dr. K.de Meirleir zag bij zijn patiënten – op een punt dat 2 cm rechts / 2 cm naar beneden van de (navel) gelokaliseerd is - dat deze plek gevoelig is bij een lichte
druk. Dit punt zit net boven de overgang van de dunne en dikke darm, ook ileocaecale streek genoemd.

De status van maag- en darmslijmvliezen

Bij de patiënten is de toestand van de slijmvliezen van het maag-/darmstelsel gecompromiteerd, wat op zijn beurt bij kan dragen tot een activering van het immuunsysteem - een hoofdkenmerk van ME/CVS. De oorzaak van de schade aan de darmwand is complex en multifactorieel bepaald. Ook virussen kunnen hierin een rol spelen (Epstein-Barr en Human Herpes Virus 6). Beide virussen kunnen het immuunsysteem van de darm aanvallen. Dr. de Meirleir constateerde echter ook dat een aanzienlijk deel van zijn ME-patiënten met CVS familieleden heeft met de ziekte van Crohn. Het lijkt dan ook aannemelijk dat een zekere genetische voorbeschiktheid hierin een rol kan spelen.

De intestinale flora

Prof. Dr. K. de Meirleir laat een bloedtest uitvoeren ter detectie van IgA en IgM voor een aantaldarmbacteriën. - de "Immunobilantest". Gewoonlijk start zijn behandeling met een korte kuur van een antibioticum tegen een bepaald deel van de probleembacteriën, en gebruikt hij nadien ook probiotica.

Dr. de Meirleir voerde recent een kleine studie uit, waarbij hij het antibioticum ciprofloxacine gebruikte tesamen met een hoog kwalitatief probioticum. De patiënten meldden in 58% van degevallen en na drie
maanden een verbetering. Bij 43/44 patiënten daalde de hoeveelheid elastase (een eiwitafbrekend enzym) gemiddeld met 74%. Gewoonlijk gebruikt Dr. de Meirleir een krachtig – uit meerdere componenten
bestaande – probioticum: VSL3 (zie: http://www.vsl3.com/ ). VSL3 bevat 450 miljard bacteriën per maateenheid. (Ter vergelijking: gewone probiotica preparaten bevatten slechts 25 miljard of zelfs minder).
Deze samenstelling is in staat om als vervangmiddel te dienen voor de bacterie kolonies die gewoonlijk in de ingewanden aanwezig zijn. Hij gebruikt ook Mutaflor, een supplement met gezonde darm E.coli-bacteriën. Momenteel is dit product enkel rechtstreeks verkrijgbaar in Duitsland (via apotheek), waar het ook wordt gefabriceerd. Voor meer info: www.metpharmacy.de

Slechte opname van fructose en lactose-intolerantie

In een studie, waarbij 148 patiënten betrokken waren, werd een verminderde fructoseopnamewaargenomen bij 45,8% van de patiënten. Lactose intolerantie werd bij 20,3% van de patiënten vastgesteld. Beiden kunnen gemeten worden via een eenvoudige ademtest, waarbij de uitgeademde hoeveelheid waterstof vastgesteld wordt. Daarvoor moet de patiënt nuchter zijn (niet eten noch drinken) en krijgt dan 25 gram fructose toegediend. De waterstofinhoud van de adem wordt vóór de inname van de fructose gemeten en vervolgens om het half uur gedurende de komende 3,5 uur. Wordt de fructose slecht opgenomen dan resulteert dit in onder andere een "intestinale dysbiose" (een toestand waarbij de darmen een overmaat aan toxineproducerende bacteriën bevatten) en andere mogelijke onevenwichtigheden.

Bij fructose malabsorbtie wordt altijd een fructose beperkend dieet voorgeschreven, waarbij de fructose zoveel mogelijk uit de voeding wordt weggelaten. Lactose-intolerantie wordt behandeld met een lactosevrij dieet. Is de eerste waterstofmeting (voor de inname van fructose of lactose) al hoog dan wijst dit op een bacteriële overgroei in de ingewanden. Dr. de Meirleir veronderstelt dat deze intoleranties reeds aanwezig waren vóór het uitbreken van de ziekte en dat zij daarin een voorbeschikkende rol spelen. Hij denkt ook dat deze toestand nà het uitbreken van de ziekte erger kan worden. Dr. de Meirleir stelt vast dat al deze elementen zich vaak voordoen bij leden van dezelfde familie.

Toestanden die zeer nauw verbonden zijn met slechte opname van fructose zijn onder andere:

a. Een vette lever. De meeste patiënten met een vette lever hebben vaak fructose malabsorbtie

b. Steatorrhea (vet in de ontlasting/slechte opname van vetten).

c. Constipatie/opstipatie waarbij de mensen met lactose-intolerantie blijkbaar ook vaak diarree hebben.

d. Hypoglykemie. De meeste patiënten met een kenmerkende hypoglykemie nemen slecht

fructose op en omgekeerd kan hypoglykemie een gevolg zijn en dus goed behandeld

worden door een fructose beperkend dieet.

e. Een gevoeligheid voor tyramine.

f. Een opgeblazen gevoel.

Glutenintolerantie

Bij een bepaalde subgroep van patiënten wordt ook een overgevoeligheid voor gluten aangetroffen.Om dat vast te stellen gebruikt Dr. de Meirleir een antilichaam test. Een overgevoeligheid voor gluten ziet er uit als een spectrum van coeliakie aan de ene kant tot een normale tolerantie aan de andere kant. Hierbij is "tolerantie" geen "alles-of-nietsdefinitie". Een breed scala van overgevoeligheden is hierin mogelijk.

Dieet

De patiënten van Dr. de Meirleir worden doorverwezen naar de nutritionist(e). Deze stelt voor elke individuele patiënt een dieet samen dat beantwoordt aan de specifieke overgevoeligheid voor fructose, lactose en/of gluten of nog andere voedselintoleranties. Dr. de Meirleir raadt zijn patiënten aan om voldoende te drinken, dit wil zeggen minsten 2-3 liter water per dag en dit verspreid over de hele dag.

Zware metalen

Dr. de Meirleir gebruikt de Melisa metal reactivity test ( www.melisa.org/ ) om de gevoeligheid voor zware metalen te testen bij zijn patiënten. De twee meest belangrijke zware metalen zijn kwik en nikkel
omdat zijn onderzoeksgroep aangetoond heeft dat het die metalen zijn die in vitro in simulatieexperimenten voor ME-patiënten zeer toxisch zijn. Nikkel komt in de bodem voor en komt zo binnen in de voedselketen. Tandvullingen met amalgaam vormen een bron van kwik en Dr. de Meirleir stelt soms (<10% van de gevallen) voor om deze zorgvuldig te verwijderen – vooral indien de patiënt gevoelig blijkt te zijn voor kwik. Uit "in vitro"onderzoeken ziet men dat bij ME/CVS-patiënten de gevoeligheid voor kwik in hoge mate is toegenomen. Bij bepaalde patiënten vond hij ook palladium en uitgaande van de toename hiervan kon Dr. de Meirleir zelfs met hoge precisie vaststellen in welke regio (in België) de patiënt woont. Verhoogde spiegels van metalen zijn waarschijnlijk te wijten aanverhoogde opname via de darmen (darmsymbiose – cfr werk van Prof. Geffart - Bordeaux) en aan verworven en/of genetische afwijkingen in bepaalde ontgiftende proteïnes zoals " multidrug-resistance protein 1", een eiwit dat beschermt tegen opstapeling van toxische stoffen (MRP1). Dr. de Meirleir maakt zelden gebruik van farmacologische chelators (DMPS of DMSA). Hij verkiest eerder combinaties van natuurlijke middelen die metalen binden en elimineren via de nier. In België hebben deze producten de volgende namen:

a.. TMD (Toxic Metal Detox - http://www.labosp.com/lib/compendium_an/INT_165.pdf ).

b.. HMP (Heavy Metal Protect - http://www.labosp.com/lib/compendium_an/BE_165.pdf ).

Deze producten bevatten:

a. GSH (gereduceerd glutathion)

b. Alfa liponzuur (tiotic)

c. SOD (Superoxide dismutase)

d. Selenomethionine

e. Vitamine E (DL-alpha-tocopherol)

f. Pycnogenol en SmeetsenGraas (biologisch actieve stof uit zaden van druiven)

g. Vitamine B2 (Riboflavine)

h. Mycelium shii take (geatomiseerd)

i. Wilgenextract

Glutathion

Intracellulair L-Glutathion is meestal laag bij ME-patiënten (diverse publicaties). Glutathion speelt een rol bij de ontgiftingsprocessen van het lichaam. Een glutathiontekort kan gecompenseerd worden door
inname van "lipoceutical glutathione" (vloeibaar onder liposomenvorm). Andere orale vormen van glutathion blijken niet doeltreffend te zijn, omdat dit kleine peptide in de darm afgebroken wordt. Het
metabolisme via opname door de huid is niet stabiel. Intraveneuze toediening is een alternatief, maar op die manier blijft glutathion niet lang in het lichaam. N-acetyl-cysteïne is ook in staat om het intracellulair
glutathion op te drijven, maar dan heeft men grote dosissen nodig en Acetylcyteïne kan nogal agressief zijn voor het maagslijmvlies.

Voedingssupplementen

Van de volgende voedingssupplementen (niet beperkende lijst) is door onderzoekers aangetoond dat ze heilzaam kunnen zijn voor ME-patiënten en eventueel kunnen passen in een geïndividualiseerd
behandelplan:

a. Lipoceutical glutathione

b. Vitamine C

c. Alfa liponzuur

d. Coenzyme Q10

e. Alkaliserende producten (zoals natriumbicarbonaat).

f. Acetyl-L-carnitine.

Nexavir en vitamine B12

Een ander middel dat met succes wordt gebruikt (sedert eind jaren '80 in de VS) is het antivirale middel Nexavir (Kutapressin). Het blijkt doeltreffend te zijn als het toegediend wordt middels subcutane
(onderhuidse) injecties, gecombineerd met vitamine B12. In een Amerikaanse studie met in hoofdzaak ME/CVS-patiënten reageerde een significant groter aantal positief in de actieve versus deze in de
placebogroep. Naar Dr. de Meirleir zijn ervaring zou bij gebruik van Nexavir ongeveer de helft van de patiënten pijnvrij worden na 2-3 maanden. Bij velen normaliseert de slaap zich reeds na 3 dagen. Nexavir wordt gemaakt uit varkenslever. Het vermindert de (hyper)activering van het immuunsysteem en werkt waarschijnlijk via de CCR5 receptoren (inhibitie). CCR5 is een chemokine receptor die een rol speelt in het inflammatoire antwoord op infecties en het is een coreceptor bij viraleinfecties. Kutapressin werd reeds voor de tweede wereldoorlog gebruikt tegen herpesinfecties.

De vitamine B12 injecties (10 mg.) dienen tweemaal per week toegediend te worden in de vorm van methylcobalamine of hydroxycobalamine (de meeste B12-spuiten bevatten slechts 1 mg.). B12 is in staat
stikstofoxide te neutraliseren, wat leidt tot minder brainfog (hersenmist) en een betere doorbloeding naar de extremiteiten. De binding van B12 met ONOO- (is geoxideerd NO en is een sterke vrij radikaal) is een belangrijke troef in de behandeling van een groot deel van de ME-patiënten. De meeste huisartsen kennen vitamine B12 alleen als indicatie voor vitamine B12-deficiëntie; hier wordt het gebruikt als middel om een zeer sterk vrij radikaal te neutraliseren.

Isoprinosine en inosine

Isoprinosine, een medicijn dat het immuunsysteem moduleert en het aantal "natural killercellen" doet stijgen, blijkt effectief te zijn. De basis-aminozuurversie van m.n. inosine blijkt echter op het eerste gezicht
ook effectief te zijn.

HHV6 (Human herpes virus 6, type A).

De rol van HHV-6A in ME/CVS wordt tegenwoordig vaak besproken. Een deel van de patiënten heeft een milde vorm van HHV6A-encefalitis (hersenontsteking). HHV6A kan met immuunmodulatoren of antivirale middelen behandeld worden ( b.v. Valcyte). HHV6A wordt gelinkt aan neurologische symptomen in associatie met extreme vermoeidheid en weinig pijn. Patiënten met HHV-6A behoren meestal tot de groep mensen uit de leeftijdsklasse 15-35 jaar. Volgens dr. de Meirleir bestaat er geen bewijs dat herpes virussen de oorzaak zijn van ME/CVS, maar er kan wel sprake zijn van reactivatie of van
co-infectie.

Mycoplasma

Mycoplasma infecties komen voor bij patiënten met een laag aantal Natural Killer- en/of T-cellen. Mycoplasma maakt antigenen vrij die de immuunfunctie ontregelen. Antibiotica (zoals b.v. doxycycline) werden succesvol toegepast in de behandeling van mycoplasma's, maar het is tot op heden onduidelijk, of dit toe te schrijven is aan he ginstige effect van deze antibiotica op de mycoplasma zelf, dan wel op andere micro-organismen of ingewandsbacteriën.

Chlamydia pneumoniae

Actieve chlamydia pneumoniae infectie (IgA+) wordt bij een bepaalde groep patiënten vastgesteld. Het stimuleert "heat shock proteïnes", wat leidt tot een activering van het immuunsysteem. Het laat zich
gemakkelijk behandelen met worden met antibiotica.

Rickettsia, Bartonella en Coxiella

8 à 10% van de patiënten van Dr. de Meirleir hebben een actieve vorm van een Rickettsia, Bartonella of Coxiella-infectie. Deze infecties worden door teken – ook degene die op honden en katten zitten
-overgedragen. Slechts 17% onder hen herinnert zich ooit een tekenbeet gekregen te hebben en deze infecties worden dan ook vaak over het hoofd gezien. Teken kunnen veelsoortige virussen en andere
infecties met zich mee dragen. In een Australisch onderzoek werden veel ME-patiënten gevonden met chronische Rickettsia infecties.

Candida

Candida schimmel infecties worden eveneens gevonden en getest via IgG. Een recente studie toonde bij 20% van de patiënten een verhoogd candidaniveau aan. Een candida infectie wordt behandeld met een
specifiek dieet en met anti-schimmelmedicatie. De klassike medicatie tegen schimmels/gist werkt vaak niet en daarom worden ook andere - niet klassieke- middelen gebruikt die wel effectief blijken te zijn.

Mycotoxines

Sommige patiënten worden ziek door mycotoxines. Dit zijn toxines (giftige stoffen) die geproduceerd worden in het milieu of de omgeving waar men woont. Dr. de Meirleir zoekt naar mycotoxines als twee
mensen in dezelfde woning last hebben van ME/CVS, of wanneer hun symptomen opmerkelijk afnemen als zij het huis voor enkele dagen verlaten. Dit verschijnsel komt nogal eens voor in slecht
geventileerde woningen en hebben een immuunmodulerend effect. Bij bepaalde patiënten werd in huis Aspergillus Niger aangetroffen. Mycotoxines tasten de glutathion reserves aan. Glutathion helpt bij
hetverwijderen van mycotoxines uit de cellen.

De schildklierfunctie

Hoewel normale bloedtesten anders uitwijzen is de schildklierfunctie bij ME/CVS patiënten toch verstoord. Er is sprake van zowel een slechte omzetting van T4 naar T3 als een perifere weerstand tegen T3. Perifere resistentie komt voor bij alle auto-immuunziekten. Het lijkt erop dat na enige tijd bij de patiënten een afbraak optreedt van de T3-receptoren. Wanneer de ziekte lang bestaat (20-25 jaar) kan het gewicht van de patiënt constant toenemen zelfs met een extreem dieet met weinig calorieën, omdat de weefsels ongevoelig geworden zijn voor T3. In Medical Hypothesis publiceerde de groep van Dr. de Meirleir dat ze een eiwit gevonden hadden de bij ME-patiënten meer tot expressie zou komen en een homologie van 98% heeft met een deel van de T3 receptor. Het bindt zich met deze receptor en het gaat in competitie met T3. Dr. de Meirleir raadt daarom in sommige gevallen een behandeling aan met zuiver T3: te startenmet hele kleine hoeveelheden en dan langzaam te verhogen. Dit is een behandeling die enkel door een specialist ingesteld mag worden.

Slaap

Slaapproblemen komen vaak voor bij dit type patiënten. De bedoeling is zoveel mogelijk de oorzaak hiervan op te sporen en de bron van het probleem weg te nemen. Patiënten die antivirale middelen nemen
slapen soms weer na enkele dagen normaal. Is de slaapcyclus verplaatst naar de dag dan wordt soms melatonine aangeraden (3-6 mg.). Rivotril (een oud anti-epilepticum) werkt bij velen. Wanneer er een
indicatie is voor andere slaapabnormaliteiten (zoals Restless Legg Syndrome en slaapapneu) is een slaapstudie in een slaaplaboratorium noodzakelijk.

Online gezondheidstesten

Een handige overzicht van online testen mbt candida, hypoglykemie en meer....

http://www.lilith.demon.nl/div/gezondheidstesten.html

Het Zuur ofwel Brandend maagzuur

Een teveel aan maagzuur (hyperaciditeit) is te herkennen aan een enorm brandend gevoel in de maagstreek en achter het borstbeen. Het kan zelfs zo erg worden dat het maagzuur in de mond komt; de zogenaamde "zure oprispingen". Een teveel aan maagzuur is geen prettige toestand en een jarenlange bestaande verhoogde maagzuurproductie kan schade aan de wand van de maag en twaalfvingerige darm toebrengen. Dan ontstaan er zweren aan de maag of twaalfvingerige darm. Tussen haakjes de twaalfvingerige darm heeft geen twaalf vingers maar is ongeveer 12 vingers breed.

Oorzaken van teveel aan maagzuur:

* Gaatje in het middenrif
* Galstenen.
* Erfelijke factoren.
* Spanningen, stress.
* Voedingsfouten over een lange periode.

Een gezonde maag heeft ook wel eens last van "brandend maagzuur", meestal is dan de als oorzaak:

* Te zware lichamelijke arbeid
* Teveel roken, -koffiedrinken, -alcohol.
* Te sterk gekruid of te vet eten.

Het gebruik van chemische zuurbinders lijdt onherroepelijk tot steeds meer gebruik van deze "geneesmiddelen" daar de maag "denkt" te weinig maagzuur te produceren en gooit er nog eens een extra schepje maagzuur boven op.

Meer informatie op:

http://www.fonteine.com/brandend_maagzuur.html

Steun voor homeopathie groeit weer

Het afgelopen jaar is het aantal mensen dat de homeopathie steunt weer gegroeid. Dit blijkt uit de nieuwste berekeningen van de Koninklijke Vereniging Homeopathie Nederland. Na een jarenlange daling van het ledental is dit aantal in 2007 met ruim 500 gegroeid tot bijna 5.300 leden. "We merken dat steeds meer mensen zich openstellen voor homeopathie, vooral diegenen die met chronische klachten kampen en diegenen die bij de reguliere geneeskunde nog geen herstel of verbetering gevonden hebben. Zij zoeken naar andere wegen en komen steeds vaker bij de homeopathie uit. Per jaar maken ruim 1,5 miljoen mensen gebruik van complementaire geneeskunde," licht Angélique Cloosterman toe, projectmanager van de vereniging. "Net als in een land als Noorwegen zouden we ook in Nederland graag zien dat er sprake is van integrale zorg, waarbij de reguliere en de complementaire geneeskunde - zoals homeopathie - naast elkaar kunnen bestaan en elkaar aanvullen. Dat zou de keuzevrijheid van de patiënten om zelf een vorm van zorg te kunnen kiezen die bij hen past, aanzienlijk vergroten. Bovendien zou het veel patiënten een vermindering van hun klachten kunnen bieden."